Algemeen
Van nature leeft de ezel in een droog klimaat en eet hij bij voorkeur grove en ruwe grassen.  Onze graslanden zijn in de zomermaanden (april / september) de hoofdvoedselbron voor de ezel maar zij zijn vaak te rijk aan eiwitten waardoor men enorm moet opletten dat de ezel niet vervet.  Daarom is het aan te raden ze in de nacht op te hokken zodat ze gedurende deze periode geen gras eten. In de stal kunt u ze bijvoederen met stro, dit bevat weinig eiwitten.

Hooi en stro
Dit zal in hoofdzaak in combinatie met gras het voedsel zijn voor de wintermaanden.  In tegenstelling kan gras in deze periode weinig problemen opleveren voor het vervetten daar dit in de wintermaanden weinig eiwitten bevat.  De hoeveelheid hooi en stro is afhankelijk van het levengewicht van de ezel.  Voor een mini-ezel is dit ongeveer tussen de 80 en 90 kg dit is ook het ideale gewicht.  Een rantsoen bestaat uit een 2 kg hooi en 1 kg stro of graszaadhooi. Het hooi moet de volgende eigenschappen bezitten: niet te eiwitrijk, goede kwaliteit (geur), geen giftige  planten zoals bvb. het Sint-Jakobskruid.  Geef nooit hooi die beschimmeld is of slecht ruikt dit laatste wijst op slechte kwaliteit.  Indien het hooi vervangen wordt door voordrooghooi dan moet deze (hooi) gehalveerd worden naar ongeveer 1 kg. 

krachtvoer
Als de ezel een goede conditie heeft is het af te raden krachtvoer te geven enkel in de laatste maand van de dracht en in de zoogperiode. Circa 150 gram is voldoende. Door dit krachtvoer vergroot de melkgift.

Wortels
Wortels bevatten veel vitamine A, het is aan te raden enkele wortels per dag te voederen in de winterperiode, in de zomer kan dit ook maar dan is het meer bedoeld als snoepje